Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij mannen broeders, het is [mij] geoorloofd vrij uit tot u te spreken van [58]den patriarch David, dat hij beide gestorven en begraven is, en [59]zijn graf is onder ons tot op dezen dag. 58. Dat is, een van de voornaamste voorvaders des Ouden Testaments, hoedanige ook geweest zijn Abraham, Izak, Jakob op de twaalf hoofden van de stammen Israels. 59. Waaruit blijkt dat Hij niet gesproken heeft van Zijn eigen vlees, hetwelk verrotting in het graf gezien heeft, en niet is opgewekt.